Een doorluchtig model. Koning Willem III op foto
Marieke de Natris
Onlangs ontving het RKD een schenking van een aantal negentiende-eeuwse fotoalbums afkomstig van de familie Groeninx van Zoelen. In een van deze albums bevindt zich een curieus anoniem fotootje van koning Willem III (1817-1890), staand met een sigaar in de mond en een hoed in de hand [I]. Uit de collectie losse visitekaartportretten van het RKD werd een variant van deze foto opgediept, evenmin met de naam van de maker of een datering, en zonder herkomst [II]. Zijn deze foto’s misschien toch te dateren of toe te schrijven? Om die vraag te beantwoorden werd vergelijkingsmateriaal gezocht, waarbij al snel bleek dat de meeste portretfoto’s van de vorst in andere collecties en in (foto)historische literatuur niet eenduidig toegeschreven of gedateerd zijn. De vondst van de twee anonieme foto’s leidde tot een poging om te achterhalen wanneer en voor welke fotografen de koning allemaal geposeerd heeft. Bovendien wordt in dit artikel bekeken waarvoor die portretfoto’s vervolgens werden gebruikt, waarmee de gevonden foto’s van een context voorzien worden.
Vroege fotografie
De latere koning Willem III had al sinds de uitvinding van Louis Daguerre (1787-1851) de ontwikkeling van het nieuwe medium fotografie via de Nederlandse kranten kunnen volgen. Ongetwijfeld kende hij de daguerreotypie – een foto op een zilveren (of verzilverd) plaatje – die rond 1846 van zijn broer prins Alexander (1818-1848) gemaakt was.1 Enkele jaren later werden Willems zonen Prins Willem (1840-1879) en prins Maurits (1843-1850) vereeuwigd op een fotografisch dubbelportret.2 Foto’s op papier waren er in de familie ook al vroeg, zoals die van zijn oom prins Frederik (1797-1881) uit ca. 1847 en zijn tante prinses Marianne (1810-1883) uit ca. 1855.3
Willem III zélf werd voor zover bekend pas in 1860 of 1861 voor het eerst fotografisch geportretteerd. De eer viel te beurt aan Robert Severin (1839-ca. 1883), te zien aan het etiketje achterop de foto: ‘R. Severin / de / Dusseldorf / Photographe de plusiers / Cours / Noordeinde 109. / a La Haye’. Deze fotograaf had zich in september 1860 in Den Haag gevestigd, niet ver van Paleis Noordeinde waar Willem tijdens het winterseizoen verbleef. Eind 1860 of vroeg in het jaar 1861 toog de koning naar de fotostudio, gekleed in een knielange jas met een donkere kraag en een gestreepte broek.4 Daar poseerde hij in verschillende houdingen. Op één foto uit de reeks staat hij met zijn linkervoet iets naar voren, zijn linkerhand rustend op de sokkel van de zuil naast hem [III]. In zijn rechterhand houdt hij zijn wandelstok en hoge hoed. Bewegingloos staart de vorst langs de camera. Schuin achter zijn rechtervoet lijkt iets onder het tapijt te zijn geveegd, waarschijnlijk de standaard van een aan het oog onttrokken steun met klemmen waarmee de geportretteerde bij de nek of een arm werd vastgezet als hulp bij het stilstaan.
Op de volgende opname ten-voeten-uit staat de koning naar links gewend, met zijn rechterarm leunend op een sokkel. Ook werd hij zittend afgebeeld, en op een vierde variant, die door de fotograaf als gevignetteerd schouderstuk is afgedrukt, bijna en profil (zie voor een afbeelding van deze en volgende portretten het overzicht onderaan dit artikel).
Dat de reeks op zijn laatst gemaakt is op 23 januari 1861, kan worden afgeleid uit de vondst van een gedateerde afdruk van dit schouderstuk: ‘Het Loo, 8 Februarij 1861 / Willem’. Op 24 januari was de koning uit Den Haag vertrokken om de overstroomde Bommelerwaard te bezoeken. Op 1 februari brak ook de dijk bij Leeuwen door en liep het hele land van Maas en Waal onder, waarna de koning ook dat gebied bezocht. Daarna ging hij blijkbaar door naar Het Loo in Apeldoorn om vervolgens op 9 februari terug te keren in de residentie. Met zijn medeleven en geldelijke steun maakte hij zich zó populair bij de Nederlandse bevolking dat hij bij terugkomst werd verwelkomd door een enthousiaste menigte en een erewacht. Als herinnering aan die gebeurtenis ontvingen de organisatoren van dit feestelijke onthaal zijn fotografisch portret.5 Dat móét er haast wel een geweest zijn uit bovengenoemde poseersessie.

I
Anoniem
Portret van koning Willem III (1817-1890)
albuminedruk, papier op karton 69 x 43 mm (foto), 93 x 62 mm (opzetkarton)
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, album Groeninx van Zoelen VI, nr. 16.
Foto RKD/Vicky Foster

II
Anoniem
Portret van koning Willem III (1817-1890)
albuminedruk, papier op karton 71 x 45 mm (foto), 94 x 62 mm (opzetkarton)
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
Foto RKD/Vicky Foster

III
Robert Severin
Portret van koning Willem III (1817-1890)
carte-de-visite, albuminedruk 100 x 61 mm
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
Foto RKD
Koninklijk wapen
Niet veel later stuurde Severin Willem III het verzoek om het koninklijke wapen te mogen voeren. Dit werd hem op 3 mei 1861 gegund. Waarschijnlijk heeft hij toen, zoals het gebruik was, een wapenschild aan de gevel van zijn zaak gehangen. In ieder geval zette hij het wapen op zijn etiket en noemde hij zich vanaf nu Photographe du Roi.6 De gedateerde carte-de-visites met een dergelijk etiket in de collectie portreticonografie van het RKD dragen overwegend het jaartal 1861 of 1862 [IV].7 Daarna bestelde hij voorbedrukte kartonnetjes voor zijn carte-de-visites.

IV
Etiket van Robert Severin op de achterkant van een carte-de-visite uit 1861 met het portret van Frederik baron van Hogendorp (1802-1872)
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
Foto RKD
Een ander portret van Willem III door Severin, dat op dezelfde manier gemerkt is, kan nu ook in deze periode gedateerd worden. De fotograaf had inmiddels een aantal rekwisieten tot zijn beschikking. Hij plaatste Willem in een huiselijke setting, in een gebeeldhouwde stoel aan een tafel met daarop een opengeslagen fotoalbum. Op de achtergrond bevindt zich een schoorsteenmantel waar de koning zijn hoed op kwijt kon. Severin maakte ook een variant waarop de koning staand is afgebeeld, met zijn hoed in de hand. Een exemplaar van deze opname in de Koninklijke Verzamelingen is geannoteerd ‘15 Mei 62’.8 Dat kan de datum zijn waarop de foto genomen is, maar dat hoeft niet het geval te zijn: carte-de-visites werden vaak aan bekenden gegeven of toegestuurd, en regelmatig door de verzender of ontvanger van een datum voorzien. Dat laatste lijkt hier het geval te zijn geweest, want op die datum had de koning een andere poseersessie, in Parijs.
Parijs
In 1862 waren Willem III en koningin Sophie daar om keizer Napoleon III en zijn vrouw te bezoeken, waar het echtpaar mee bevriend was. Op 15 mei ging de koning naar de studio van de toen reeds bekende fotograaf André-Adolphe Eugene Disdéri (1819-1889), de uitvinder van de carte-de-visite (1854), aan de Boulevard des Italiens. Dat trok veel bekijks:
Heden namiddag omstreeks 4 ure begaf zich de koning der Nederlanden, vergezeld door vijf heren van zijn gevolg, naar het atelier des keizers Disdérie & Co., […] ten einde daar onderscheidende portretten in verschillende houdingen te laten maken. De beide élégante, met vier paarden bespannen hofrijtuigen, trokken natuurlijk weldra de aandacht van het publiek, en daar dit uur juist de tijd der promenade voor de elegante wereld, en bovendien alsdan alles op de been is, wat over zijn tijd beschikken kan, verzamelde zich weldra op dat punt een grote menigte mensen, die de koning bij zijn vertrek met levendige bewijzen van sympathie begroetten.9
Over hoe het er in het atelier aan toe ging, werd in dit nieuwsbericht niet gerept. Een ander dagblad wist te melden dat ‘Z.M. de koning, vergezeld van geheel zijn gevolg, […] bij zijn jongst verblijf te Parijs, de ateliers van de heer Disderi, fotograaf van Z.M. de keizer, met HD. [Hoogst Deszelfs] tegenwoordigheid vereerd [heeft] en het heeft Z.M. behaagd die heer geluk te wensen met de gunstige uitslag van de nieuwe grote portretten, waarvoor Z.M. geposeerd heeft.’10
Van deze opnames maakte Disderi ook carte-de-visites, die hij niet alleen aan de geportretteerde verkocht, maar aan iedereen die de koning graag aan zijn of haar fotoalbum wilde toevoegen. Er zijn twee varianten bekend: een in staande en een in zittende houding. Ook voor het Nederlandse publiek kwamen de carte-de-visites beschikbaar. Ze waren te koop bij de boekhandel maar ook bij kunsthandelaars zoals J.Th. de Brouwer (1831-1888) in Rotterdam, die er in juni 1862 voor adverteerde [V].11
Foto’s als voorbeeld
Voordat er van fotosessies sprake was, waren er al veel geschilderde en getekende portretten van Willem III gemaakt, die in prent gebracht verspreid werden. De meeste waren van de portret- en historieschilder Nicolaas Pieneman (1809-1860), of op diens werk gebaseerd [VI]. Pieneman en de koning waren volgens de laatste erg goed bevriend, en de schilder kon het dan ook zonder foto’s van de vorst af.12 Mindere goden moesten het met andere voorbeelden doen. De eerste vermelding van een geschilderd portret dat gebaseerd was op een foto van de vorst is dat van de Rotterdamse kunstenaar Jacob Spoel (1820-1868). Hij schilderde in 1862 in opdracht van uitgever Hendrik Nijgh (1815-1895) een portret van de koning in uniform ‘met behulp der best geslaagde photograpieën, waarvoor Z.M. den laatsten tijd heeft geposeerd’.13 Willem Bernardus IJzerdraat (1835-1907) maakte daar vervolgens een kleurenlitho van, die door Nijgh werd uitgegeven ter gelegenheid van Nederlands vijftigjarige onafhankelijkheid [VII]. De vergelijking van de litho met de hierboven genoemde Haagse en Parijse portretfoto’s, leert dat de schilder niet de meer recente portretten van Disderi als voorbeeld koos, maar Severins foto van de zittende koning die twee jaar eerder gemaakt was [VIII]. Het portret van Spoel was door de koning zelf goedgekeurd. Volgens de krant was ‘de gelijkenis […] dan ook uitmuntend en de gehele voorstelling volkomen beantwoordend aan de uitwendige verschijning van het doorluchtig model’.14
Dezelfde foto van Severin werd, samen met het schouderstuk uit de serie, ook door een postzegelontwerper gebruikt [IX, X].15 De litho door IJzerdraat werd overigens op zijn beurt weer gefotografeerd door Caro & van Loo (ook te Rotterdam), en als visitekaartportret verkocht.16
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de verspreiding van de beeltenis van de koning. De foto’s van Severin (en ook latere fotografische portretten) vormden de basis van velerlei andersoortige afbeeldingen die van Willem III gemaakt zijn. Desondanks werden ook de foto’s zo goed verkocht dat Severins negatieven tegen 1865 versleten waren. De fotograaf wendde zich toen nogmaals tot de koning, dit keer met het verzoek om een nieuw portret van hem te mogen maken.17

V
Advertentie van kunsthandelaar J.Th. de Brouwer
Nieuwe Rotterdamsche courant 10 juni 1862

VI
Louis Wegner
Nicolaas Pieneman bij zijn portret van koning Willem III uit 1856 1856-1860
Leiden, Universitaire Bibliotheken, inv.nr. PK-F-96.007
Foto UBL

VII
Willem Bernardus IJzerdraat naar Jacob Spoel
Portret van koning Willem III (1817-1890) 1863
litho, 450 x 372 mm
Amsterdam, Rijksmuseum, inv.nr. RP-P-OB-105.633
Foto museum

VIII
Robert Severin
Portret van koning Willem III (1817-1890) 1860-1861
Verblijfplaats onbekend

IX
Carl Wilhelm Mieling
Ontwerp voor postzegels Nederland 1867 1866
foto en potlood op papier, 86 x 52 mm (hele blad)
Den Haag, Nationaal Archief, Collectie postwaarden, 43964IO
Foto NA

X
Carl Wilhelm Mieling
Ontwerp voor postzegels Nederland 1867 1866
foto en potlood op papier, 75 x 62 mm (hele blad)
Den Haag, Nationaal Archief, Collectie postwaarden, 43964IP
Foto NA
In uniform
Willem III stemde daar mee in, en op 14 mei heeft ‘Z.M. de Koning […] het photographisch atelier van den heer R. Severin met een bezoek vereerd, tot het doen vervaardigen van Hd. portret in de uniform der rijdende artillerie’.18 De meest complete afdruk hiervan is een kniestuk dat zich tegenwoordig bevindt in de collectie van het Museum Korps Rijdende Artillerie in ‘t Harde [XI].19 Van het deel vanaf de schouders maakte de fotograaf een forse vergroting die hij bewerkte totdat de afdruk op een krijttekening leek, een techniek die crayon genoemd werd [XII].20 Voor de verkoop maakte hij ook carte-de-visites, waarop de koning tot de heupen is ingekort.21
In 1866 werd deze opname door lithograaf en uitgever Joseph Vürtheim (1808-1900) als voorbeeld gebruikt bij het ontwerpen van een postzegel. Jaren later, bij het 25-jarig regeringsjubileum van Willem III in 1874, was de foto nog de inspiratiebron voor de versiering van een papieren zakje met reclame voor ‘feestsigaren’ [XIII].
Het eind van de jaren zestig lijken – althans wat de portretfoto’s betreft – in het teken te hebben gestaan van de vrijwilligerskorpsen (scherpschuttersverenigingen, ook wel ‘de Weerbaarheid’). De koning bezocht bijvoorbeeld in september 1868 het kamp en de feesten op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag van de eerste nationale schietwedstrijd van de vrijwilligers. Op de 26ste poseerde hij voor de gelegenheid in het tenue van de ‘generaal der scherpschutters’, om dezelfde dag zijn ‘fotografie in het groot’ in uniform van generaal der artillerie aan te bieden aan de heer Schubart, president van de Weerbaarheidsbond.22 De overige leden van het bestuur ontvingen er een gewone afdruk van. ’Een echt koninklijke attentie’ aldus het Dagblad voor Zuidholland en ’s Gravenhage.23 Een paar dagen eerder had de koning van de heer Schubart een ‘fotografische afbeelding’ van het kamp gekregen, ‘fraai en verdienstelijk vervaardigd door de bekwame Gebroeders Delboy’.24 Toen in augustus 1869 bij De Bilt het ‘nationaal concours der scherpschutters’ werd georganiseerd, was de koning wederom van de partij. Een groepsportret herinnert aan de gebeurtenis.
Feest
In 1874 vierde Willem III zijn 25-jarig regeringsjubileum. Voor het talloze drukwerk dat daaruit voortkwam zijn verschillende fotografische portretten gebruikt. Van deze opnames is echter niet zeker of die speciaal voor dit feest gemaakt waren, zodat de meeste in eerste instantie niet beter te dateren zijn dan ‘in of vóór 1874’. Hetzelfde geldt voor de foto’s die bij zijn zeventigste verjaardag in 1887 als voorbeeld dienden. Sommige foto’s werden later door de maker zelf of door een ander opnieuw in de handel gebracht, zoals de opnames van de Zwitserse fotograaf Francis de Jongh (1833-1912) van Willem III in het uniform van het KNIL, waarvan ook exemplaren te vinden zijn met de naam van zijn opvolger Martin Nestler (?-?). Net als Severin was de Jongh ‘gebrevetteerd’ door de Nederlandse koning.
In een enkel geval is de aanleiding voor het maken van de foto wél bekend, wat het dateren een stuk eenvoudiger maakt. Het dubbelportret van Willem III en Emma van Waldeck en Pyrmont (1858-1934), de latere koningin-regentes, werd in 1878 in Arolsen gemaakt na de bekendmaking van hun verloving [XIV]. Twee voorbeelden geven een indruk van de creativiteit die door het tweede huwelijk van de koning werd opwekt: Herman ten Kate (1822-1891) nam de foto als uitgangspunt voor een werk dat als premieplaat bij Het nieuws van de dag ter gelegenheid van de verjaardag van de koning op 19 februari 1881 werd uitgegeven, en hetzelfde jaar werd het stel gemonteerd in een foto van het Koninklijk militair invalidentehuis Bronbeek om een bezoek van het echtpaar aan dit instituut te verbeelden [XV, XVI].

XI
Robert Severin
Portret van koning Willem III (1817-1890)
ca. 300 x 230 mm (beeld)
’t Harde, Museum Korps Rijdende Artillerie
Foto museum

XII
Robert Severin
Portret van Koning Willem III (1817-1890)
opgewerkte foto, 667 x 541 mm
rechtsonder gesigneerd 'R. Severin / la Haije'
Apeldoorn, Museum Paleis het Loo in bruikleen van Geschiedkundige Vereniging Oranje Nassau, inv.nr. C116
Foto museum

XIII
Sigarenzakje met het portret van Koning Willem III en een vers, ter gelegenheid van diens 25-jarige regeringsjubileum in 1874
papier
Rotterdam, Stadsarchief Rotterdam, collectie prenten en tekeningen
Foto SAR

XIV
Theodor Molsberger
Portret van koning Willem III (1817-1890) en zijn verloofde, de latere koningin Emma (1858-1934) 1878
carte-de-visite, albuminedruk, 102 x 65 mm
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
Foto RKD

XV
Herman ten Kate
Portret van koning Willem III (1817-1890), koningin Emma (1858-1934) en prinses Wilhelmina (1880-1962) 1881
olieverf op paneel, 33,5 x 45,5 cm
Verblijfplaats onbekend
Uit: Tentoonstelling uit koninklijk bezit ten bate van de ontheemden, Utrecht 1956, p. 46 nr. 206

XVI
Anoniem
Koning Willem III en Koningin Emma op bezoek op Bronbeek, 12-08-1881
foto, 55 x 85 mm
Arnhem, Gelders archief, Fotocollectie voormalig gemeentearchief Arnhem (1501-04), inv.nr. 16737
Foto GAA
Amateurfotograaf
Brengt deze exercitie nu de maker van het aan het begin genoemde portretje uit het fotoalbum dichterbij? Nog niet: geen van de genoemde portretfoto’s lijkt erop. De vervaardiger zal waarschijnlijk dan ook niet gezocht moeten worden onder de beroepsfotografen, maar in de directe omgeving van Willem III; iemand die vermogend genoeg was om zich een dergelijke hobby te kunnen veroorloven, en tevens voor de koning zo vertrouwd was dat hij zich op deze informele wijze met sigaar in de mond liet fotograferen.25 Het formaat van het fotootje – kleiner dan de door de beroepsfotograaf gebruikte carte-de-visite –, het ontbreken van een stempel of opdruk, en de slechte detaillering en toonweergave wijzen in die richting. De leeftijd van de vorst is bij gebrek aan details moeilijk in te schatten, maar wat betreft zijn postuur en haardracht is het portret vergelijkbaar met de foto’s van Severin en Disderi uit de vroege jaren zestig. Dit alles wijst erop dat we de beide anonieme foto’s moeten dateren in de periode ca. 1858-1862.
Het fotograferen gebeurde waarschijnlijk buiten, want daar was meer licht. Voor een rustige achtergrond werd een scherm neergezet en de grond werd met kleden bedekt. Een dergelijk geïmproviseerd atelier is te zien op de portretten die amateurfotograaf en reiziger Alexine Tinne (1835-1869) rond 1860 maakte van haar familieleden [XVII]. De ongelijke ondergrond zorgde soms voor een wat rommelige aanblik. Ook vroege foto’s van beroepsfotografen zagen er trouwens wel eens wat minder gepolijst uit, zoals Severins visitekaartportret van Jean François Dumonceau (1790-1884), chef van het Militaire Huis van de koning en president van de Hofcommissie [XVIII].
Aangezien de gevonden foto zich in het album van de familie Groeninx van Zoelen bevindt, zou de maker in die hoek gezocht kunnen worden. Verschillende leden uit die familie en aanverwante adellijke families zijn in dienst geweest van het koningshuis. Een overzicht van vroege adellijke (amateur)fotografen (‘gentleman photographers’) is er nog niet, maar Mattie Boom, conservator fotografie bij het Rijksmuseum, noemt er enkele in haar onderzoek naar de amateurfotografie vanaf de jaren 1880. Op zoek naar een liefhebber in de omgeving van de koning, valt het oog al snel op Matthieu Christiaan Hendrik ridder Pauw van Wieldrecht (1816-1885).26 Na als secretaris van het Nederlands gezantschap in Madrid en Wenen gewerkt te hebben, werd hij in 1854 benoemd tot kamerheer en referendaris van koning Willem III.27 In 1856 werd zijn functie aan het hof echter omgezet in kamerheer ‘in buitengewone dienst’, wat betekent dat hij toen niet meer behoorde tot de onmiddellijke omgeving van de koning. Een andere adellijke amateurfotograaf was Godard Adrian Jacob baron van Randwijck (1805-1870), heer van Rossum, Heesselt en Beek. Aan hem wordt een aantal foto’s van rond 1860 toegeschreven, maar ook hij was alleen kamerheer in buitengewone dienst. Van Arthur baron de Woelmont (1826-1911) tenslotte, is bekend dat hij in de periode 1868-1870 zijn kasteel Ammersoyen en de collectie familieportretten aldaar, fotografeerde. Hij legde eerder ook de watersnood van 1861 fotografisch vast. Toevallig had hij toen de koning een nacht te gast tijdens dienst bezoek aan de getroffen gebieden, wat hem de gelegenheid zou kunnen hebben geboden om Willem III te portretteren.28 Of hij dat ook heeft gedaan weten we (nog) niet.
De maker van de onbekende opnames is dus nog niet aan te wijzen, maar de zoektocht heeft in ieder geval richting gekregen. Nu op zoek naar de sporen van een amateurfotograaf die in de vroege jaren zestig van de negentiende eeuw in de omgeving van koning Willem III verkeerde.

XVII
Alexine Tinne
Portret van Henriette Marie Louise van Capellen (1796-1863) 1859-1861
albuminedruk, 158 x 123 mm
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
Foto RKD

XVIII
Robert Severin
Portret van Jean François Dumonceau (1790-1884) 1860-1861
carte-de-visite, albuminedruk, 101 x 59 mm
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
Foto RKD/Vicky Foster
Overzicht van de fotografische portretten van koning Willem III.
De (voorlopige) datering is gebaseerd op online bronnen, literatuuronderzoek en de collectie losse portretfoto’s van Willem III in de Koninklijke Verzamelingen. Met dank aan Steven Coene en Karin van Stigt, Koninklijke Verzamelingen.
Omdat een opname op verschillende formaten afgedrukt kan worden, zijn hierin geen maten opgenomen.
1a
Anoniem
z.j.
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, album Groeninx van Zoelen VI, p. 16
Foto RKD/Vicky Foster

1b
Zie 1a
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
Foto RKD/Vicky Foster

2a
Robert Severin
Den Haag, 25 september 1860-24 januari 1861
Datering gebaseerd op het moment van vestiging van de fotograaf in Den Haag en een gedateerde variant (zie 2d), die gemaakt moet zijn vóórdat de koning Den Haag verliet voor een bezoek aan de Bommelerwaard.29
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, RKDimages kunstwerknr. 166428
Foto RKD

2b
Zie 2a
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, fotoalbum Von Wied I (RKDimages kunstwerknr. 180385), p. 3, a
Foto RKD/Vicky Foster

2c
Zie 2a
Verblijfplaats onbekend
Uit: L.J. van der Klooster, Oranje in beeld, Zaltbommel 1966, nr. 267.30

2d
Zie 2a
Een ander exemplaar van deze foto is geannoteerd ‘Het Loo, 8 Februarij 1861 / Willem’31
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, RKDimages kunstwerknr. 190447
Foto RKD

3a
Robert Severin
Den Haag, na 3 mei 1861- vóór 15 mei 1862
Etiket: ‘R. Severin, / photographe du roi, / 109, Noordeinde, / La Haye.’
Annotatie: ‘15 Mei 62’
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0001093
Foto KV/Karin van Stigt

3b
Zie 3a
Blindstempel: 'R. Severin'
Etiket: ‘R. Severin, / photographe du roi, / 109, Noordeinde, / La Haye.’
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, RKDimages kunstwerknr. 166398
Foto RKD

4a
André-Adolphe Eugene Disderi
Parijs 15 mei 1862
In Duitsland werd door E.G. May & Wirsing een litho gedrukt, voor het grootste deel overeenkomend met deze variant, maar enigszins afwijkend in de houding. Of de maker deze foto als voorbeeld nam en zijn fantasie gebruikte, of dat er een derde foto gemaakt is tijdens het bezoek aan Disderi, is niet bekend. Een exemplaar van de litho in het Haags Gemeentearchief: id.nr. gr. B 1253.
Amsterdam, Rijksmuseum, inv.nr. RP-F-1996-272, op één afdruk met 4b
Foto museum

4b
Zie 4a
Amsterdam, Rijksmuseum, inv.nr. RP-F-1996-272 op één afdruk met 4a
Foto museum

5
Robert Severin
Den Haag, 14 mei 1865
Datering gebaseerd op een nieuwsbericht van die dag in het Dagblad van Zuidzolland en ’s Gravenhage. Dat de foto niet vóór 1865 gemaakt is, is ook te zien aan de kokarde op de kolbak van het Korps: die werd pas dat jaar ingevoerd.
Blindstempel op het passepartout, middenonder: ‘R. Severin / Photographe de S.M. le Roi / [wapen] / Noordeinde 109 / La Haye’.
’t Harde, Museum Korps Rijdende Artillerie, inv.nr. V0065
Foto museum

6a
Robert Severin
Den Haag, 26 september 1868
Amsterdam, Rijksmuseum, inv.nr. RP-F-1994-62-48
Foto museum

6b
Zie 6a
Den Haag, Haags Gemeentearchief, inv.nr. 1.68935
Foto HGA

6c
Zie 6a
Den Haag, Haags Gemeentearchief, inv.nr. 1.68939
Foto HGA

7
Willem Cornelis van Dijk (1826-1881)
De Bilt, 16-21 augustus 1869
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, RKDimages kunstwerknr. 205400
Foto RKD

8
Gebr. Pieterman (werkzaam ca. 1861-1873)
Rotterdam, 10 september 1869
Datering op het opzetkarton
Rotterdam, Atlas van Stolk inv.nr. 26272
Foto AvS

9
Martin Bosse (1838-1901)
Deventer, 1873
Een (gevignetteerde) vergroting van dit portret in de Koninklijke Verzamelingen draagt het blindstempel ‘M. Bosse / Deventer’
Op 29 oktober 1873 was in de Arnhemsche courant te lezen: ‘Als model voor de buste van Z.M. den Koning op de nieuw te graveren muntstempels zal […] dienen een door den heer Martin Bosse, te Deventer, vervaardigd photographisch portret van Z.M. en profil, hetwelk diens bijzondere tevredenheid mogt verwerven.’32
Deze afdruk bevindt zich in een fotoalbum naast een foto van een ‘gouden 10tje’.33
Amsterdam, Rijksmuseum, inv.nr. RP-F-2013-22-131
Foto museum

10a
Francis de Jongh
Vevey, juni-augustus 1873
Portret van koning Willem III in het uniform van het KNIL, met de versierselen van de Militaire Willems-Orde
Deze opname werd gebruikt voor divers drukwerk ter gelegenheid van het zilveren regeringsjubileum in 1874, zie bijvoorbeeld RKDimages kunstwerknr. 287187.
In december 1873 werd een lithografisch portret naar de Zwitserse foto, uitgegeven door P.C. Hoog te Rotterdam, in de krant besproken, en in de eerste maanden van 1874 is sprake van verschillende zogenaamde oleographieën naar de laatste foto uit Vevey. Het meest recente verblijf van de vorst in Vevey was van ongeveer eind juni tot half augustus 1873.34
Leeuwarden, Fries Museum, collectie Koninklijk Fries Genootschap, objectnr. PO079-13
Foto museum

10b
Zie 10a
Annotatie: ‘Herinnering aan den 15 Mei 1874. / Willem'
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0001096
Foto KV/Karin van Stigt

10c
Zie 10a
Arnhem, Gelders archief, Album huis Ruurlo, objectnr. 0894-1599-0018
Foto GAA

10d
Zie 10a
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0001101
Foto KV/Karin van Stigt

11
Francis de Jongh
Vevey, juni-augustus 1873
Voor de datering zie 10a.
Het afgebeelde exemplaar is gemaakt door Martin Nestler, ‘successeur de F. de Jongh’, en bevindt zich ook in de Koninklijke Verzamelingen.
Waarschijnlijk als voorbeeld gebruikt voor een tekening ter gelegenheid van het jubileum van 1874: zie CODA, inv.nr. F531-041.
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0001100
Foto KV/Karin van Stigt

12
Francis de Jongh
Vevey, juni-augustus 1873
Voor de datering zie nr. 10a.
Het afgebeelde exemplaar is gemaakt door Martin Nestler, en bevindt zich ook in de Koninklijke Verzamelingen. Op de achterzijde daarvan staat ‘Martin Nestler / successeur de F. de Jongh’.
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0001090
Foto KV/Karin van Stigt

13
Toegeschreven aan Francis de Jongh
Vevey, juni-augustus 1873
Toeschrijving gebaseerd op nr. 12 en de litho die eind 1873 naar deze foto gemaakt is ‘naar een onlangs in Zwitserland vervaardigde photographie’, zie RKDimages kunstwerknr. 165158.35
Voor de datering zie nr. 10a.
Deze foto werd gebruikt voor divers drukwerk ter gelegenheid van het zilveren regeringsjubileum, zie bijvoorbeeld de Herinneringsplaat 1849-1874, Apeldoorn, CODA, inv.nr. FS41-042.
Rotterdam, Atlas van Stolk, inv.nr. 128187
Foto AvS

14
De Lavieter & Co
Den Haag, ca. 1874-1877
Opschrift (schuin in rood): ‘De Lavieter & Co / Photographes / Willemstraat No. 2. / La Haye’
Datering op basis van het opschrift van de fotograaf. Gebruikt voor afbeeldingen ter gelegenheid van ‘s konings zeventigste verjaardag, zoals op RKDimages kunstwerknrs. 166429 en 190540.
Leeuwarden, Fries Museum, collectie Koninklijk Fries Genootschap, objectnr. PO083-03B
Foto museum

15a
Martin Nestler
Vevey, na 1874, mogelijk 1877-1878
Uit de opschriften op de portretten die in Zwitserland gemaakt werden, valt af te leiden dat Martin Nestler het atelier van Francis de Jongh rond 1874 overnam.
Op deze foto’s vermeldt Nestler de naam van zijn voorganger niet meer, maar wanneer hij dat niet meer nodig vond is onbekend.
Op 4 januari 1879 is in de Java-Bode sprake van een portret van de koning door M. Nestler (door W. Bruining & Co. ‘ontvangen per mail via Napels’). Waarschijnlijk is dat er één uit deze reeks.
Waarschijnlijk in dezelfde periode gemaakt als nrs. 16 en 17
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0001098
Foto KV/Karin van Stigt

15b
Zie 15a
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0001097
Foto KV/Karin van Stigt

16
Martin Nestler
Vevey, in of vóór 1878
Datering gebaseerd op nr. 17, die waarschijnlijk gemaakt werd tijdens dezelfde fotosessie.
Waarschijnlijk opgenomen in dezelfde periode als nrs. 15a en 15b.
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0001099
Foto KV/Karin van Stigt

17
Reproductie door Amand (waarschijnlijk naar Martin Nestler)
In of vóór 1878
Ingeplakte foto in het in 1878 verschenen Gedenkboek betreffende het volkspetitionnement door N.M. Feringa.
De originele opname werd waarschijnlijk gemaakt tijdens dezelfde fotosessie als nr. 16 door Martin Nestler.
Waarschijnlijk opgenomen in dezelfde periode als nrs. 15a en 15b.
Amsterdam, Rijksmuseum, RP-F-2001-7-931-1
Foto museum

18
Johannes Ganz (1821-1886)
Zürich, 1877
Dit exemplaar is een uitvergroting door zijn zoon Rudolf Ganz (1848-1928). Datering op basis van het jaar waarin Willem III Zürich bezocht.36
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0000087
Foto KV

19
Theodor Molsberger (?-?)
Arolsen, eind september-medio november 1878
Datering op basis van de beschrijving van een exemplaar op koninklijkeverzamelingen.nl: FO-0000819
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, RKDimages kunstwerknr. 166433
Foto RKD

20
Maurits Verveer (1817-1903)
Portret van koning Willem III, koningin Emma en prinses Wilhelmina
Den Haag, ca. 12 oktober 1880
Gemaakt ter gelegenheid van de doop van prinses Wilhelmina op 12 oktober 1880.
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0001089
Foto KV/Karin van Stigt

21
Reproductie naar Richard Kameke (1847-na 1889)
Arnhem, 15 september 1881
In de Koninklijke Verzamelingen bevindt zich ook een (beschadigd) origineel, met daarbij in modern handschrift de datum ‘15-9-1881’.
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0001094
Foto KV/Karin van Stigt

22
Heinrich Wilhelm Wollrabe (1843-1928)
Den Haag, 1879-1887
Datering gebaseerd op het opschrift van de fotograaf: ‘Hofphotograaf van Z.M. den koning en H.M. de koningin der Nederlanden en Z.K.H. Alexander prins van Oranje’. Alexander was prins van Oranje (de troonopvolger) vanaf het overlijden van zijn oudere broer Willem in 1879 tot zijn dood in 1884.
In de Koninklijke Verzamelingen bevinden zich enkele exemplaren met hetzelfde opschrift, die uitgegeven zijn door W.J. van Hoogstraten. In de dagbladen is voor het eerst sprake van een dergelijke uitgave in 1887. Daaruit blijkt dat de fotograaf ook in 1887 dat inmiddels verouderde opschrift nog gebruikte. In het Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage van 17 januari 1887 wordt de uitgave ter gelegenheid van ’s konings verjaardag aangeprezen als een foto ‘naar een der beste en nieuwste in het buitenland vervaardigde photografiën’. In de weken daarop is in de advertenties geen sprake meer van een buitenlandse fotograaf en wordt alleen Wollrabe als maker genoemd. De koning is afgebeeld in ‘civiele kleding’.37
Den Haag, RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, kunstwerknr. 287186
Foto RKD

23
Hugo Thiele (1843-1898)
Frankfurt, waarschijnlijk 1882
Datering gebaseerd op het opschrift van de fotograaf: ‘Hofphotograph Ihrer Majestät / der Königin d. Niederlande’. Thiele kreeg op 18 februari 1882 toestemming voor het voeren van Emma’s wapen. Een reproductie van deze opname in de collectie portreticonografie van het RKD gaat vergezeld van een bijschrift met het jaartal 1882.
Naar deze foto verscheen een tekening in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 14 februari 1887.
Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, inv.nr. FO-0001092
Foto KV/Karin van Stigt

Noten
1 Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, objectnr. FO-0000073.
2 Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, objectnr. FO-0000434. Van het dubbelportret is alleen een afdruk op papier bekend van omstreeks 1860. Zeer waarschijnlijk is dat een foto naar een daguerreotypie.
3 M.J.H. Van Rooijen-Buchwaldt, ‘Portfolio/De eerste eeuw hoffotografie in Nederland: 1839-1940’, Maatstaf (1992) 11/12, pp. 68-96, p. 84 en A.D. Renting (red.), Paleis het Loo, een koninklijk museum, Apeldoorn 2012, p. 248.
4 In de meest uitgebreide publicatie over Robert Severin wordt een van de foto’s uit deze reeks gedateerd als ‘begin 1861’. Er wordt geen reden gegeven waarom de poseersessie niet eind 1860 plaats zou kunnen hebben gevonden. S. Boone en T. de Ruiter, Robert Severin, 1994 (Geschiedenis van de Nederlandse fotografie in monografieën en thema-artikelen), p. 1 (‘begin 1861’) en p. a (‘ca. 1861’).
5 Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage 12 februari 1861: ‘Wij vernemen, dat het Z.M. den Koning heeft behaagd, aan de leden der commissie voor de eerewachten, welke Z.M. bij HD. terugkomst in deze residentie aan het station hebben opgewacht, HD. photographisch portret te vereeren, als eene herinnering aan dien dag.’
6 Fotografen die het koninklijk wapen mochten voeren noemden zichzelf vaak ‘hoffotograaf’ en werden in de dagbladen ook meestal zo aangeduid, maar dat was geen bestaand beroep. De titel die met de vergunning gepaard ging was ‘hofleverancier’. Die werd door de fotografen zelf niet gebruikt. Leveren aan een van de leden van het koninklijk huis was geen voorwaarde om het predicaat te ontvangen, en het gaf er ook geen recht op. H. Rooseboom, De schaduw van de fotograaf. Positie en status van een nieuw beroep, 1839-1889, Leiden 2008, p. 178-183. Zie ook M.R. van der Krogt, Hofleveranciers in Nederland, Amsterdam 1985.
7 Zie RKDimages kunstwerknummers 155019, 155022, 158831, 161397 en 285794 (1861); 161037 en 159160 (1862). Het jaartal 1864 op één foto met hetzelfde etiket (RKDimages kunstwerknr. 159280) zou kunnen slaan op het jaar waarin de foto is weggegeven. Twee andere portretten duiden ook op een vroege datering van dit etiket: de voorgestelde personen stierven in 1862, waardoor een latere datering is uitgesloten (RKDimages kunstwerknrs. 154781 en 150519).
8 Den Haag, Koninklijke Verzamelingen, oud nr. A XII 983b.
9 Utrechtsche provinciale en stads-courant 17 mei 1862.
10 Nieuw dagblad van ’s Gravenhage 22 mei 1862.
11 Nieuwe Rotterdamsche courant 10 juni 1862.
12 L.J. van der Klooster, ‘Portret van koning Willem III door Nicolaas Pieneman (1860)’, Vereniging ‘Oranje Nassau Museum’ gevestigd te ’s-Gravenhage. Jaarverslag 1968, 1969, p. 13-18.
13 Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage 28 januari 1863. Het schilderij werd tentoongesteld in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. Vervolgens kwam het in het bezit van W.C.M. de Jonge van Ellemeet (1811-1888). Sinds 1911 bevindt het portret zich in het Zeeuws Museum, inv.nr. G1652.
14 Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage 28 januari 1863
15 Carl Wilhelm Mieling (1815-1903). Nationaal Archief, Collectie postwaarden, 43964IO en 43964IP.
16 Amsterdam, Rijksmuseum, IJzerdraat: RP-P-OB-105.633; Caro en van Loo: RP-F-00-7333.
17 H. Rooseboom, De schaduw van de fotograaf. Positie en status van een nieuw beroep, 1839-1889, Leiden 2008, p. 178.
18 Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage 14 mei 1865.
19 Met dank aan Marijke Schumacher en collega’s, Museum Korps Rijdende Artillerie.
20 Paleis het Loo in bruikleen van Geschiedkundige Vereniging Oranje Nassau, inv.nr. C116. N. Coppes, ‘Fotografie(k), geschilderd met licht’, Liber amicorum Marieke Spliethoff, Jaarboek Oranje Nassau 2015, p. 269, als (ca.) 1860. Ook opgenomen in Q. van der Meer Mohr en M. Spliethoff, Uitgelicht. De verzameling van de Geschiedkundige Vereniging Oranje-Nassau in Paleis Het Loo Nationaal Museum. Catalogus van tekeningen, aquarellen en gouaches, Apeldoorn 2012, cat.nr. 73, p. 79, als tekening van omstreeks 1860.
21 Zie bijvoorbeeld RKDimages kunstwerknr. 190532.
22 Bijvoegsel Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage 27-09-1868; Bredasche courant 27 september 1868.
23 Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage 26 september 1868.
24 Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage 23 september 1868.
25 Veel dank aan Rudi Ekkart en José van Geldorp die mij hierop attendeerden.
26 M. Boom, Kodak in Amsterdam. De opkomst van de amateurfotografie in Nederland 1880-1910, proefschrift 2017, pp. 24-26. Het idee dat Mattieu Pauw van Wieldrecht gefotografeerd zou hebben is gebaseerd op twee anonieme stereofoto’s van zijn gezin in het Rijksmuseum (objectnrs. RP-F-2007-349-91 en RP-F-2007-349-92). Van zijn zoon Henry (1863-1912) staat wel vast dat hij fotografeerde.
27 Nieuwe Rotterdamsche courant 25 januari 1854.
28 Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage 31 januari 1861; S. van Doornmalen, ‘Zo goed als deze silhouetten maar kunnen zijn’. De oudste foto’s van de Bommelerwaard 1848-1914, Zaltbommel [z.j.], pp. 12-13, 16-23, 96-97; idem, ‘De watersnoodramp 1861. Twee unieke opnamen uit de Bommelerwaard’, NFg Nieuwsbrief 2003 nr. 38, p. 20.
29 De koning vertrok op 24 januari naar het rampgebied en kwam op 9 februari weer terug in de residentie. E. van Heuven-van Nes, ‘Koning Willem III en de watersnoodramp van 1861’, Jaarboek Oranje Nassau museum 1993, Den Haag 1994, pp. 69-109, 72, 74
30 Als collectie Koninklijk Huisarchief. In oktober 2021 werd deze foto daar echter niet aangetroffen.
31 Antiquariaat Fokas Holthuis, ‘Royalty-oranjehuis’, cat. 23 (geraadpleegd 19 juli 2021).
32 Arnhemsche courant 29 oktober 1873.
33 Fotoalbum van Robert Daniel Crommelin (1841-1907), Amsterdam, Rijksmuseum, inv.nr. RP-F-2013-22.
34 Twentsche courant 8 april 1874; De Locomotief 17 juli 1873; Het Vaderland 22 augustus 1873. De koning was van plan om op 18 juni naar Vevey te vertrekken. Op 22 augustus kwam hij weer in Den Haag terug.
35 Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage 13 december 1873: ‘Wij werden deze dagen in de gelegenheid gesteld, een hoogst welgelijkend portret van Z.M. den Koning te bezigtigen, door den heer C. Bos te Leiden naar een onlangs in Zwitserland vervaardigde photographie geteekend en, ter gelegenheid van het aanstaand zilver jubileum der regering van onzen geëebiedigden Vorst, door den heer P.C. Hoog te Rotterdam in den handel gebracht. Het portret, een buste van natuurlijke grootte, in een ovaal, verdient een meesterstuk van teekening en bewerking genoemd te worden.’
36 Objectbeschrijving op www.koninklijkeverzamelingen.nl (geraadpleegd 3 oktober 2021).
37 Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage 14 februari 1887. Twee jaar later kon men nagenoeg dezelfde aankondiging lezen, maar toen was er ook een portret in uniform te koop, zie Het Vaderland 7mei 1889. Mogelijk was dit Wollrabes reproductie van De Jonghs opname van de koning in KNIL-uniform van vijftien jaar eerder.